Triggerpointbehandeling en CPPS

Chronisch Bekkenpijn Syndroom CPPS ( Chronic Pelvic Pain Syndrome) is een klachtenbeeld dat zowel bij mannen als vrouwen voorkomt. De klachten bestaan uit pijn in de buik, het bekkengebied, de geslachtsorganen en de bekkenbodem. Chronische bekkenpijn zijn onbegrepen klachten omdat er geen medische oorzaak is voor de klachten.

In het buik- en bekkengebied werken twee systemen intensief samen, het spier- en gewrichtssysteem en het orgaanstelsel. Deze twee systemen beïnvloeden elkaar wederzijds. Zo leidt een stoornis in de bekkenbodemspieren vaak tot stoornissen in het functioneren van de blaas en / of de darm bijvoorbeeld ongewenst urineverlies of obstipatie.

Een stoornis in de organen bijvoorbeeld blaasklachten, blaaspijn leidt vaak tot een stoornis in de bekkenbodem, in dit geval tot een te gespannen bekkenbodem.

Het spiersysteem bestaande uit de bekkenbodemspieren, buikspieren, de rugspieren, de heupspieren en de bilspieren kunnen dus de werking van de bekkenorganen beïnvloeden en andersom. Wanneer spieren gespannen raken, en niet goed functioneren, of niet op de juiste manier kunnen worden gebruikt ontstaat er pijn in spieren. Deze pijn kan zich uiten door triggerpoints, pijnpunten in gespannen en niet goed functionerende spieren.

Triggerpoints zijn spierpunten die pijn en uitstralende pijn veroorzaken. Triggerpoints heten officieel myofasciale triggerpoints. Myo betekent spier en fascie betekent spiervlies. Een triggerpoint bevindt zich in de spier of tussen de spier en het spiervlies.

Zo kunnen triggerpoints in de buik een uitstralende pijn geven in de penis, de vagina en plasbuis. Triggerpoints in de bekkenbodem kunnen pijnklachten geven in de gehele bekkenbodem, in het scrotum en de anus.

Het onderzoeken van chronische bekkenpijn is complex. Het vraagt specifieke kennis en vaardigheid de bekkenpijn goed te diagnosticeren en behandelen. Indien en er sprake is van triggerpoints moeten deze worden behandeld, echter hierbij moet eveneens de oorzaak van de triggerpoints worden vastgesteld en adequaat behandeld. Men moet weer leren de spieren op een goede manier te gebruiken; dat betekent dat men zich bewust moet zijn van de spieren, deze moeten kunnen ontspannen en op de juiste tijd met de juiste kracht moet kunnen aanspannen. Vaak moet de te korte spier worden gerekt, ontspannen en vervolgens weer worden geoefend. Pas wanneer de spieren weer op de juiste manier functioneren, zullen ook de orgaanklachten verdwijnen. Vaak spelen de bekkenbodemspieren en triggerpoints in de bekkenbodem een rol bij CPPS; ze zijn te gespannen en veroorzaken daardoor pijnklachten en uitstralende pijn.

CPPS is een complexe aandoening en behoeft specialistische scholing, ervaring en een multidisciplinaire aanpak. Dat betekent dat meerdere zorgverleners (bijvoorbeeld uroloog, gynaecoloog, MDL-arts, psycholoog, bekkenfysiotherapeut en verpleegkundige) ieder vanuit hun eigen specifieke deskundigheid een bijdrage leveren aan het herstel van de klacht.